TANDHEELKUNDE

Een veulen van 6 maanden heeft een melkgebit met 24/28 tanden.

Een paard van 2-3 jaar heeft een permanent gebit met 36/44 tanden.

De naamgeving van de tanden gebeurt per quadrant van 1 tot 11 en begint met een 1 tot 4 afhankelijk van het quadrant. Bijvoorbeeld 101 is de binnenste snijtand in de rechter bovenkaak.

Per kaakhelft heeft een paard:

  • 3 snijtanden (01-03)
  • 1 ruinentand (evt.) (04)
  • 1 wolfskiesje (evt.) (05)
  • 3 premolaren (melkkiezen->kiezen) (06-08)
  • 3 molaren (blijvende kiezen) (09-11).

Bij het paard groeien de kiezen door tot een leeftijd van 6-7 jaar, hierna schuiven de tanden geleidelijk vanuit de kaak richting de mondholte en trekt het tandvlees zich geleidelijk terug. In de mondholte “groeien” de tanden dus als het ware het hele leven door. Dit verklaart onder andere waarom het gebit regelmatig behandeld moet worden.

Een paardentand is opgebouwd uit 3 harde substanties: Dentine, glazuur en cement. De paardentand heeft een cementlaag rond een dun glazuurlaagje t.h.v. de kroon waardoor ze nooit zo mooi helder wit zijn zoals bij de mens, maar eerder geelbruin.

Als het slijtagevlak van de snijtand de tandholte nadert, vormt deze secundaire dentine. Hierdoor blijft de tandholte gesloten van de buitenwereld. De nieuwe dentine is te zien als tandster op het kauwvlak. Deze tandster wordt o.a. gebruikt voor de leeftijdsschatting van het paard.

De haaktanden bereiken alleen bij hengsten (en ruinen) een behoorlijke grootte. Deze ruinentanden komen bij slechts 3% van de merries voor en zijn dan zeer klein.

De melkkiezen hebben een korte wortel, die wordt afgebroken door de definitieve kiezen tijdens het wisselen. De afgesleten melkkiezen blijven als ‘doppen’ aanwezig tot de definitieve kies uitbreekt. Als deze dop te lang blijft zitten, kunnen klachten tijdens het eten ontstaan of zwelling aan de boven- of onderkaak. Het is dan beter om de dop te laten verwijderen. Dit is een eenvoudige ingreep.

De definitieve kiezen zijn wel 6 tot 10 cm lang!

Voor de eerste kies bevindt zich in de bovenkaak vaak een klein wolfskiesje. In de onderkaak komt deze zelden voor. Een wolfskiesje wordt bij voorkeur verwijderd om problemen tijdens het rijden te voorkomen.